“MET SOLDAAT VAN ORANJE KAN IK DE HELE WERELD OMARMEN.”

 

 

Hij heeft in 141 films gespeeld, maar van het geven van interviews is hij geen fan. Rutger Hauer geniet wereldfaam, hoewel hij op zijn 65ste nog altijd opvallend bescheiden is en wars van de randverschijnselen die beroemdheid met zich meebrengen. “Daarom ben ik nog niet uitverkocht”. In een hotel op landgoed Lauswolt in Friesland, zijn thuishaven, sprak Insinger de Beaufort met hem over het spelen van een goede bad guy, het belang van Oscars en de vercommercialisering van de filmindustrie.

 In een recent interview met de Telegraaf zei je dat je het gevoel hebt dat je nog steeds niet bent doorgebroken. Wanneer kunnen we die doorbraak verwachten?

Ik heb dat inderdaad gezegd en dat wordt dan meteen de kop boven zo’n interview. Het leest negatief, maar zo bedoelde ik het juist niet. Ik vind het niet erg dat ik niet ben doorgebroken, want daardoor heb ik nog een leven. Ik kan nog gewoon over straat.

Wie van je collega’s is volgens jou wel doorgebroken?

Een voorbeeld is Borat (een rol van de Britse acteur Sacha Baron Cohen, red.). Die was al jaren aan het acteren en opeens was hij zichtbaar. Maar daar is drie jaar keihard aan gewerkt, met een grote marketingmachine als gereedschap. Het grappige bij hem was dat hij in het begin heel controversieel was. Toen hij eenmaal bekend was bij het grote publiek, werd de norm gewoon veranderd en maakte het niet meer uit wat hij deed.

Dus doorbreken is niet iets wat je overkomt?

 Meestal niet. Bij grote films heeft het niet eens meer met doorbreken te maken. Daar zit een reclamebudget achter van 20 of 40 miljoen dollar, dus dat gaat bijna vanzelf. Dat zag je bijvoorbeeld ook met 3 dimensionale films. In het begin werd dat enorm gepromoot. Maar dat was gewoon een truc om de nieuwe 3D Disney-films aan de man te brengen. Zo’n film kost 200 miljoen om te maken en moet 600 miljoen opbrengen. Dat is wankele business. Maar om terug te komen op acteurs, het gebeurt ook dat onbekende acteurs in een kleine film ineens bij het publiek opvallen Filmmakers worden dan plotseling wakker en moet er heel snel een plek gevonden worden in de bioscopen, zodat ze nog snel kunnen cashen. Met andere woorden, ook in een kleine film kan een acteur doorbreken.

Bespeur je veranderingen in de filmwereld?

 Ja, dat is heel duidelijk. Het maken en distribueren van een film is heel erg kostbaar geworden, omdat die bij veel te veel mensen in de smaak moet vallen. De bioscoop is dus in wezen te duur. De laatste 20 jaar zijn de grote filmstudio’s eigenlijk virtual real estate geworden. Het gaat daarbij niet meer om films maken, maar om geld pompen. Filmmakers hebben voor een groot deel hun ziel verloren door de commercie. Die heeft zich letterlijk en figuurlijk op ons gestort.

Datzelfde geldt voor televisie Daar kan je niet meer naar kijken, want dan word je gek. Daar wordt de commercie dwars door een film gesneden en dat gaat me te ver. We hebben nu 50 jaar tv, maar het is helemaal stuk gemaakt. 80% van de programma’s is een kopie van een ander programma. De massa bepaalt wat leuk is en dat vind ik verkeerd. Ik denk dat je programma’s moet maken voor mensen die uitgedaagd willen worden en niet voor mensen die er geen reet van snappen, ook al zijn die in de meerderheid.

Waarom speel je vaak de rol van schurk, terrorist, robot, SS’er?

 Dat is maar net hoe je naar mijn carrière wilt kijken. Ik heb 140 films gedraaid in de meest uiteenlopende rollen. Ik speel niet één bepaald type. Ik ben gewoon acteur en je kunt me inhuren. Na de filmopnamen rits ik iedere keer het behang open en stap ik weer uit mijn rol. Ik vind het echt onzin dat acteurs denken zich helemaal met hun rol te moeten vereenzelvigen. Uiteindelijk is het gewoon werk. En oké, als ze me willen hebben als een soort mysterieuze dark guy, heb ik daar geen enkel probleem mee. Ik vind wel dat ik in de historie van de bad guy een behoorlijke verandering teweeg heb gebracht. De bad guy die ik speel verschijnt zonder schuldcomplex ten tonele. Die is ervan overtuigd dat wat ‘ie doet volkomen terecht is. Tot nu was een slechterik altijd een volkomen geschift persoon. Ik wil zo’n karakter spannend maken. De helden zijn inmiddels zo geformatteerd, die hebben zo weinig kloten dat er geen eer meer aan te behalen valt. En bovendien, van een goeie bad guy wordt de good guy ook sterker.

Wat vind je een voorbeeld van de ultieme bad guy?

 Ik had heel graag de rol van Hannibal Lecter in Silence of the Lambs gespeeld. Ik ben daarvoor tot drie keer bij de regisseur op auditie geweest. (Zegt met een horrorachtige stem: “How are you, Clarice?”) Het was een meesterlijke film, juist omdat het verhaal op het eind op tilt wordt gezet. Het klopt namelijk eigenlijk niet. Het ging over Clarice en een moordenaar, maar op het eind blijkt er nog een extra slechterik te zijn. Maar door die rol van Hannibal maakte dat niet meer uit.

Hoe kijk je terug op Turks Fruit en Soldaat van Oranje?

 Turks Fruit is een prachtig verhaal, maar ik vind niet dat ik daarin al goed kon acteren. Ik heb wel enorm mijn best gedaan en ben een heel eind gekomen. Ook in Soldaat van Oranje was ik nog niet op m’n best. Bij Turks Fruit kon ik nog redelijk mezelf spelen, maar bij Soldaat van Oranje moest ik voor het eerst iets spelen wat niet zo dichtbij mezelf lag. In die film is voor mij het echte acteren pas begonnen. Erik Hazelhoff (de ‘echte’ Soldaat van Oranje, red.) heeft me daar goed bij geholpen. We waren een rare combinatie: voor mij was hij een soort oude student en voor hem was ik een acteur die in een sexfilm had gespeeld. Hij had Turks Fruit niet eens gezien, maar hij wist dat er veel bloot in voor kwam en dat was in zijn ogen toch niet helemaal gezond. Toch lagen we elkaar ontzettend goed. In de 40 jaar dat we elkaar hebben gekend, kwamen we bij elke ontmoeting dichter bij elkaar. Erik is echt een goede vriend van me geworden. Die vijf oorlogsjaren zijn in feite zijn leven geworden. Doordat ik hem ben tegengekomen én die film is gemaakt, ben ik ook voor een groot deel zijn leven geworden. Samen hebben we zijn verhaal echt de toekomst in getild.

Je bent drie jaar geleden begonnen met de film Changing Fortunes, een waargebeurd verhaal over de vergeten oorlogsheld Walraven van Hall. Je gaat deze film zelf regisseren. Hoe staat het ermee?

 Het grootste struikelblok is het script, dat steeds niet goed genoeg was. We hebben nu een nieuwe schrijver en zitten midden in de derde scriptronde. Ik denk dat Changing Fortunes een film wordt waar Soldaat van Oranje bij in de schaduw komt te staan. In Soldaat van Oranje is de waarheid toch hier en daar wat aangepast. De film is smakelijker gemaakt dan de werkelijkheid was. Erik Hazelhoff heeft me dat nooit zozeer verteld, maar doordat ik met Changing Fortunes bezig ben, weet ik dat er een afstand zit tussen de werkelijkheid en het verhaal Soldaat van Oranje. Changing Fortunes wordt rauwer. Walraven van Hall heeft ook gigantisch veel meer gedaan, hij was echt een Einstein. Maar er is veel minder over hem bekend, omdat hij onder een schuilnaam opereerde. Deze man heeft in de oorlog 80% van het geld bij elkaar gebracht om verzetsgroepen en joden te helpen. Hij heeft zoveel gedaan dat ik niet eens het hele verhaal kan verfilmen. Zo’n man moet je eren.

Wat zijn je plannen voor de toekomst?

 TV- en bioscoopfilms zijn zo armzalig geworden, dat het publiek is uitgeweken naar internet. Mensen voelen de vrijheid daarvan en vermaken zich kostelijk. Ik ben van mening dat internet aan filmmakers een prachtig medium biedt om een grote verscheidenheid aan films te kunnen tonen. Ik wil dingen maken waar ik zelf achter sta en waar ik het publiek mee naar toe kan nemen. Ik ben daarom bezig met de oprichting van het Rutger Hauer Filmfonds. Daarmee wil ik 10 tot 20 digitale films in het Engels produceren. Films die alleen op internet te zien zijn. Mijn voordeel is dat ik toegang heb tot veel talent en dat ikzelf over de hele wereld veel respect krijg. Met behulp van die twee aspecten wil ik dit project van de grond tillen.

Een ander project heeft te maken met een nieuwe, revolutionaire manier van films kijken via internet. Ik ben bezig met een mediamaatschappij die een bandbreedte aanbiedt tot maar liefst 100 gigabyte per seconde. Dat is dus iets heel anders dan de huidige 10 gigabyte per minuut. Die snelheid gaan we aanbieden in Nederland, Engeland en een deel van de Verenigde Staten. Dit gaat echt grote veranderingen teweeg brengen. De downloadtijd van een film komt namelijk te vervallen: met één muisklik begint de film gewoon. En die film kan je ook nog in hoge kwaliteit, geprojecteerd op een muur, bekijken. Waarom zou je dan nog naar de bioscoop gaan? In april gaat dat als een soort test van start op een aantal scholengemeenschappen in Ontario. Heel spannend wat dat gaat brengen.

Het winnen van een Oscar vind je niet belangrijk, zei je ooit. Wil je er toch niet stiekem een winnen?

 (Lachend) Ik denk dat je een Oscar ook weer niet moet weigeren en ik doe er nog steeds mijn best voor. Maar om ervoor in aanmerking te komen, is een geweldige acteerprestatie niet genoeg. Je moet meebetalen aan de promotie ervan en je moet met mensen gaan dineren en zo. En iedereen weet dat een bepaald soort films sowieso niet in aanmerking komt. Voor mij zijn er twee vormen van succes: de ene is of ik zelf vind dat ik het beste van een rol heb gemaakt en de andere is of het publiek je vertelt dat dat zo is. Wat dat betreft kan ik met Soldaat van Oranje de hele wereld omarmen. Van Japan tot Roemenië is iedereen even enthousiast over dezelfde film. Die manier van communiceren met de wereld geeft een heel bijzonder gevoel, dat is niet uit te leggen. Voor dat gevoel ben ik geboren.

 

***